Перевод: со всех языков на нидерландский

с нидерландского на все языки

С нидерландского на:
Все языки
Со всех языков на:
Все языки
Английский
Нидерландский
Русский

van bak

Толкование Перевод

1 BAK

letters van de extensie van een backup bestand

English-Dutch dictionary > BAK
2 BAK extension

extensie van een reservebestand

English-Dutch dictionary > BAK extension
3 extension bak

toevoeging van "bak" aan bestand

English-Dutch dictionary > extension bak
4 perdre

perdre [perdr]

I    〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 verliezen 〈 vooral in spel〉

2 afnemen ⇒ verminderen, zwakker worden

3 lekken 〈 van bak, kraan〉

4 vloeien ⇒ afscheiding hebben 〈 vrouw〉

♦voorbeelden:

1    ne pas savoir perdre • niet tegen zijn verlies kunnen

y perdre • erop achteruitgaan

perdre sur une marchandise • verlies lijden op een artikel

2    perdre de sa crédibilité • aan geloofwaardigheid inboeten

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 verliezen ⇒ kwijtraken, erbij inschieten

2 verspillen ⇒ verknoeien, verspelen

3 ruïneren ⇒ te gronde richten, in zijn goede naam aantasten

4 doen verdwalen ⇒ de verkeerde richting uitsturen

♦voorbeelden:

1    perdre son prestige • prestigeverlies lijden

sans perdre une syllabe • zonder ook maar één woord te missen

n'avoir rien à perdre, mais tout à gagner • nee heb je, ja kun je krijgen

tu ne le connais pas? tu n'y perds rien • ken je hem niet? daar mis je niets aan

perdre de vue • uit het oog verliezen

2    vous ne perdez rien pour attendre! • u komt heus nog wel aan uw trekken!

vous n'auriez pas un instant à perdre? • hebt u niet een ogenblikje voor me?

  → chasse, goût

III se perdre 〈 wederkerend werkwoord〉

1 verdwalen ⇒ de weg kwijtraken, zoek raken ⇒ 〈 figuurlijk〉 in de war raken

2 〈+ en〉 eindeloos veel tijd besteden (aan)

3 〈+ dans〉 verdwijnen (in) ⇒ opgaan (in), overgaan (in)

4 verloren gaan

5 zich te gronde richten

♦voorbeelden:

1    je m'y perds • ik kan er niet meer uit wijs

v

1) verliezen

2) afnemen, zwakker worden

3) lekken

4) vloeien [vrouw]

5) kwijtraken

6) verspillen

7) ruïneren

8) de verkeerde richting uitsturen

Dictionnaire français-néerlandais > perdre
5 emballer

emballer [ãbaalee]

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 verpakken ⇒ inpakken

2 〈vulgair; iemand〉de nor, de bak indraaien ⇒ in de lik zetten, opbergen

3 te veel toeren laten maken ⇒ over zijn toeren jagen, boven zijn toeren laten draaien

4 warm maken ⇒ enthousiast maken

5 〈 informeel〉 afbekken ⇒ een flinke uitbrander geven, op zijn donder geven

♦voorbeelden:

4    le concert nous a emballés • we waren helemaal weg van het concert

ça ne nous emballe pas • we zijn er niet kapot van

II s'emballer 〈 wederkerend werkwoord〉

1 op hol slaan

2 te veel toeren maken

3 warmlopen ⇒ enthousiast worden

♦voorbeelden:

3    ne t'emballe pas • verheug je niet te vroeg

1. v
1) verpakken, inpakken

2) de bak indraaien

3) te veel toeren laten maken

4) enthousiast maken

5) op zijn donder geven
2. s'emballer
v

1) op hol slaan

2) te veel toeren maken

3) enthousiast worden

Dictionnaire français-néerlandais > emballer
6 Kasten

Kasten

〈m.; Kastens, Kästen of zelden meervoud Kasten〉

1 bak(je) ⇒ (vierkante) doos, kist(je), cassette

2 krat 〈 voor flessen〉

3 kas, kast, kist 〈bijv. voor een viool〉

4 uitstalkast, uithangkast, kastje 〈 aan het gemeentehuis〉

5 (laad)bak 〈 van een voertuig〉

6 〈 informeel〉 brievenbus 〈 voor te verzenden brieven〉

7 〈 pejoratief〉 kast ⇒ lelijk, groot bouwsel

8 〈informeel; pejoratief〉 kijkkast ⇒ buis

9 〈 soldaten(taal)〉 bak ⇒ arrest

10 〈 sport en spel〉doel, goal

♦voorbeelden:

¶ etwas, viel auf dem Kasten haben • niet op zijn achterhoofd gevallen zijn

er hat nicht alle im Kasten • hij is niet goed snik

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Kasten
7 frame

n. lijst; montuur; kozijn; bouw; lichaamsbouw; humeur; beeld (in film); (op internet) protocol dat "gegevenspakket" bevat met adresveld en slotveld
--------
v. ontwerpen, uitdenken, formuleren, vormen, verzinnen; inlijsten, omlijsten; (iem.) erin luizen, (opzettelijk) vals beschuldigen

frame¹

[ freem] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 〈 benaming voor〉 (het dragende) geraamte 〈 van een constructie〉 ⇒ skelet 〈 houtbouw〉; frame 〈 van fiets〉; raamwerk, chassis

2 〈 benaming voor〉 omlijsting ⇒ kader, kozijn; 〈 ook meervoud〉 montuur 〈 van bril〉; raam 〈 van venster, weeftoestel e.d.〉

3 achtergrond ⇒ omgeving, omlijsting

4 lichaam ⇒ gestel, bouw

5 〈 vaak figuurlijk〉 (gestructureerd) geheel ⇒ structuur, opzet

6 (tuinbouw)bak

7 〈 film(kunde), tv〉 kader ⇒ beeld(je), beeldraam

♦voorbeelden:

5   frame(s) of reference • referentiekader

¶ frame of mind • gemoedsgesteldheid

————————

frame²

〈 werkwoord〉

1 〈 benaming voor〉 vorm geven aan ⇒ ontwerpen, uitdenken; formuleren, uitdrukken; vormen, vervaardigen; verzinnen, zich inbeelden

2 inlijsten ⇒ omlijsten, als achtergrond dienen voor

3 het geraamte in elkaar zetten van ⇒ bouwen, construeren

4 〈 informeel〉 erin luizen ⇒ in de val laten lopen, (opzettelijk) vals beschuldigen

♦voorbeelden:

1   the government framed a plan for fighting inflation • de regering ontwierp een plan voor de inflatiebestrijding

4   the swindlers were framed • de zwendelaars werden in de val gelokt

¶ the results of the contest were framed • de uitslag van de wedstrijd was doorgestoken kaart

English-Dutch dictionary > frame
8 shape

n. gedaante; vorm; vermogen; patroon, structuur
--------
v. vormen; zich ontwikkelen; vorm geven

shape¹

[ sjeep]

I 〈 telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 vorm ⇒ gestalte, gedaante, verschijning

2 (bak/giet)vorm ⇒ model, sjabloon

♦voorbeelden:

1   in all shapes and sizes • in alle vormen en maten

     give shape to • vorm geven aan, tot uitdrukking brengen

     take shape • (vaste/vastere) vorm aannemen/krijgen

     round in shape • rond van vorm

     in the shape of • in de vorm/gedaante van

¶ 〈 met ontkenning〉 in any shape or form • in welke vorm dan ook, van welke aard dan ook

     I've had no trouble with him in any shape or form • ik heb op geen enkele manier moeilijkheden met hem gehad

     knock/lick something into shape • iets fatsoeneren/bijschaven

     knock out of shape • vervormen

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉〈 informeel〉

1 (goede) conditie ⇒ (goede) toestand, vorm

♦voorbeelden:

1   in bad/good shape • in slechte/goede conditie

     in(to) shape • in (goede) conditie

     that's the shape of it • zo staan de zaken (ervoor)

     out of shape • in slechte conditie

————————

shape²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 〈ook +up〉 zich ontwikkelen ⇒ zich vormen, vorm aannemen/krijgen

♦voorbeelden:

1   we'll see how things shape (up) • we zullen zien hoe de dingen zich ontwikkelen

     shape (up) well • zich gunstig ontwikkelen

¶ shape up • zich goed (gaan) gedragen, zijn fatsoen houden

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 vormen ⇒ maken, ontwerpen

2 plannen ⇒ regelen

3 bepalen ⇒ vormen, vorm/richting geven aan

4 passend maken 〈 bijvoorbeeld kledingstuk〉

♦voorbeelden:

1   shape earth and leaves to make a bed • met aarde en bladeren een bed maken

     shape something from • iets vormen uit/met, iets maken van

     shape plastic into buckets • uit/van plastic emmers maken

     shaped like (a pear) • in de vorm van (een peer), (peer)vormig

2   shape one's course for home • op huis aan gaan

English-Dutch dictionary > shape
9 crack

adj. prima, uitstekend
--------
n. barst; ontploffingsgeluid; gekraak; slag, klap; scherpzinnige opmerking
--------
v. barsten; een ontploffingsgeluid maken; met een zweep slaan; een kleine opening maken

crack¹

[ kræk] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 barst(je) ⇒ breuk, scheur(tje)

2 kier ⇒ spleet, reet

3 knal(geluid) ⇒ knak, kraak

4 klap ⇒ pets

5 〈 informeel〉 gooi ⇒ poging

6 grap(je) ⇒ geintje

7 〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 kraan ⇒ kei, uitber

8 〈 informeel〉 crack 〈 zuivere vorm van cocaïne〉

♦voorbeelden:

1   〈 figuurlijk〉 paper/paste/cover over the cracks • de foutjes wegmoffelen/onder het tapijt vegen

2   the door was open a crack • de deur stond op een kier/stond aan

3   the crack of the guns • het gebulder van de kanonnen

     crack! • krak!

5   have a crack at • een gooi doen naar, proberen

¶ 〈 informeel〉 at the crack of dawn • bij het krieken van de dag

→ fair fair/

————————

crack²

〈 bijvoeglijk naamwoord〉〈 informeel〉

1 prima ⇒ keur-, uitgelezen

♦voorbeelden:

1   a crack shot/marksman • een eersteklas schutter

————————

crack³

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 in(een)storten ⇒ het begeven, knakken

2 knallen ⇒ kraken

3 barsten ⇒ splijten, scheuren

4 breken ⇒ schor worden, overslaan 〈 van de stem〉

→ crack down on crack down on/, crack up crack up/

II 〈 onovergankelijk en overgankelijk werkwoord〉

1 (open/stuk)breken ⇒ knappen, knakken, kraken

2 〈 scheikunde〉 kraken

♦voorbeelden:

1   crack a safe • een kluis openbreken

III 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 laten knallen ⇒ laten kraken

2 doen barsten ⇒ splijten, scheuren

3 doen breken ⇒ schor maken 〈 de stem〉

4 meppen ⇒ slaan

5 de oplossing vinden van ⇒ een uitleg vinden voor 〈 een probleem〉

6 〈 informeel〉 vertellen

♦voorbeelden:

1   crack a whip • klappen met een zweep

     I cracked my head against the door • ik knalde met mijn hoofd tegen de deur

5   crack a code • een code ontcijferen

6   crack a joke • een mop/bak vertellen

→ crack up crack up/

English-Dutch dictionary > crack
10 inside

adj. van binnen, innerlijk
--------
adv. binnen; naar binnen; in; in huis; in gevangenis (spreektaal)
--------
n. binnenkant; binnenste gedeelte; ingewanden(spreektaal)
--------
prep. in, binnen

inside¹

[ insajd] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 〈 voornamelijk enkelvoud〉 binnenkant ⇒ binnenste, huizenkant 〈 van trottoir〉

2 〈vaak meervoud; informeel〉 ingewanden ⇒ inwendige delen

————————

inside²

〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 binnen- ⇒ binnenste

2 van ingewijden ⇒ uit de eerste hand

♦voorbeelden:

1   the inside track • de binnenbaan; 〈 Amerikaans-Engels〉voordelige positie, voordeel

2   inside information • inlichtingen van ingewijden

¶ 〈 informeel〉 inside job • inbraak/diefstal door bekenden

————————

inside³

〈 bijwoord〉

1 〈plaats en richting; ook figuurlijk〉 (naar) binnen ⇒ aan de binnenkant, binnen in/langs/door

2 〈 slang〉in/naar de bak/gevangenis

♦voorbeelden:

1   everyone went inside • iedereen ging naar binnen

     turn something inside out • iets binnenstebuiten keren

2   Mike's been inside for a year • Mike heeft een jaar gezeten

¶ 〈 informeel〉 inside of a week • binnen een week

————————

inside⁴

〈 voorzetsel〉

1 〈 plaats〉 (binnen)in

2 〈 tijd〉 binnen ⇒ (in) minder dan

♦voorbeelden:

1   inside the box • in de doos

2   inside an hour • binnen een uur

English-Dutch dictionary > inside
11 sink

n. gootsteen; plaats waar leden van onderwereld samenkomen
--------
v. verzinken, zinken, ondergaan; tot zinken brengen; vallen; parachuutspringen; indringen; van honger omkomen

sink¹

[ singk] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 gootsteen(bak)

2 wasbak

3 poel (van kwaad)

♦voorbeelden:

3   sink of iniquity • poel van ongerechtigheid

————————

sink²

〈sank [ sængk]/sunk, sunk [ sungk]/sunken [sungkən]〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 (weg)zinken ⇒ (weg)zakken, verzakken

2 (neer)dalen

3 afnemen ⇒ verflauwen, verdwijnen

4 achteruit gaan ⇒ zwakker worden

5 doordringen ⇒ indringen (in)

6 glooien ⇒ afhellen

♦voorbeelden:

1   〈 figuurlijk〉 sunken cheeks • ingevallen wangen

     sunken road • verzakte/holle weg

     〈 figuurlijk〉 her spirits sank • de moed zonk haar in de schoenen

     〈 figuurlijk〉 sink into a doze • insluimeren

     〈 figuurlijk〉 sink into oblivion • in vergetelheid raken

     sink to the ground • op de grond neerzijgen

     his voice sank to a whisper • zijn stem daalde tot op fluisterniveau

2   darkness sank quickly • de duisternis viel snel in

     sink in one's estimation • in iemands achting dalen

4   the sick man is sinking fast • de zieke man gaat snel achteruit

5   his words will sink in • zijn woorden zullen inslaan/doordringen

     the news finally sank into his mind • het nieuws drong eindelijk tot hem door

6   the ground sinks to the shore • de grond loopt naar de kust af

¶ sink or swim • pompen of verzuipen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 laten zinken ⇒ doen zakken

2 vergeten ⇒ laten rusten

3 investeren

4 (bal) in gat/korf krijgen 〈 golf, basketbal enz.〉

5 graven ⇒ boren

6 bederven 〈plan e.d.〉 ⇒ verpesten

7 achterover slaan 〈 drank〉

♦voorbeelden:

1   sink a ship • een schip tot zinken brengen

     sink one's head into one's hands • zijn hoofd in zijn handen laten zakken

     sink a pole into the ground • een paal de grond in drijven

2   sink the differences • de geschillen vergeten

3   sink one's capital in • zijn geld steken in

5   sink a well • een put boren

¶ be sunk in thought • in gedachten verzonken zijn

     be sunk • reddeloos verloren zijn

English-Dutch dictionary > sink
12 frais

frais¹ [fre]

〈m., meervoud〉

1 (on)kosten

♦voorbeelden:

1    frais de déplacement • reiskosten

aux frais de la princesse • op kosten van de gemeenschap, van de zaak, op staatskosten

faux frais • bijkomende kosten

frais généraux • bedrijfskosten

à grands frais • met grote inspanningen

à moindres frais • met geringe inspanningen

tous frais payés • vrij van alle kosten, all-in

frais spéciaux • directe kosten

arrêter les frais • het wel voor gezien houden

en être pour ses frais (de qc.) • (voor iets) verloren moeite gedaan hebben

faire des frais pour qn. • zich voor iemand uitsloven

〈 ook figuurlijk〉 faire les frais de qc. • voor iets moeten opdraaien

faire les frais de la conversation • over de tong gaan

〈 ook figuurlijk〉 faire ses frais • er goed uitdraaien

se mettre en frais pour qn. • voor iemand z'n beste beentje voor zetten

rentrer dans ses frais • z'n kosten eruit halen

à peu de frais • zonder veel inspanningen

aux frais de qn. • op iemands kosten, ten koste van iemand

————————

frais² [fre],

fraîche [fresĵ]

〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord, m.〉

1 fris ⇒ kil, koel 〈 ook figuurlijk〉

2 vers

3 fris ⇒ recent, nieuw, pas (aangebracht)

♦voorbeelden:

1    〈 figuurlijk〉 accueil frais • koele ontvangst

boire frais • gekoeld drinken, koud drinken

servir frais • koel serveren

garder au frais • koel bewaren

travailler au frais • in de buitenlucht werken

prendre le frais • een luchtje scheppen

2    du pain frais • vers brood

3    argent frais • nieuw kapitaal

de fraîche date • recent(elijk), pas, onlangs

frais comme l'oeil, comme une rose • zo fris als een hoentje

attention, peinture fraîche! • pas op, nat!

cette robe n'est plus fraîche • die jurk is wat smoezelig

rose fraîche éclose • pas ontloken roos

〈 formeel〉 livre tout frais paru • recentelijk verschenen boek

se sentir frais et dispos • zich fris en monter, uitgerust voelen

¶    〈 schertsend〉 nous voilà frais • nu zitten we met de gebakken peren

〈 informeel〉 mettre qn. au frais • iemand in de bak gooien

  → amour

1. m pl
(on)kosten
2. frais/fraîche
adj

1) fris, koel

2) vers

3) recent, nieuw

Dictionnaire français-néerlandais > frais
13 bac

bac [baak]

〈m.〉

1 (veer)pont

2 bak ⇒ kuip, trog

3 kaartenbak

4 baccalaureaat 〈 toelatingsexamen voor het hoger onderwijs〉

♦voorbeelden:

1    bac aérien • air ferry 〈 vliegtuig voor transport van auto's en mensen〉

2    bac à légumes • groentela 〈 in ijskast〉

4    passer le bac • eindexamen doen

m

1) (veer)pont

2) bak, kuip, trog

3) baccalaureaat, toelatingexamen voor hoger onderwijs

Dictionnaire français-néerlandais > bac
14 tôle

tôle [tool]

〈v.〉

1 plaatijzer ⇒ plaatstaal

2 staalplaat

3 〈 informeel〉 bak 〈 gevangenis〉 ⇒ bajes

4 〈 argot〉 hok ⇒ kast ⇒ 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 kot

♦voorbeelden:

1 tôle étamée • vertind plaatijzer, blik

tôle ondulée • golfplaat; 〈 van wegdek〉 ribbelvorming

3 aller en tôle • de bak ingaan

Dictionnaire français-néerlandais > tôle
15 тюрьма

n
1) gener. boei (в Индонезии), gevang, gevangenis, toren, cachot, huilen van bewaring, (следственная) huis van bewaring, kerker, kot, spinhuis, strafgevangenis

2) colloq. doos, hok, kast, pot, bajes, bak, nor, petoet

3) sl. lik, rijkshotel

Russisch-Nederlands Universal Dictionary > тюрьма
16 aquarium

n. aquarium, met water gevulde bak voor het houden van vissen en vertonen van vissen

aquarium

[ əkweəriəm] 〈meervoud: ook aquaria〉

1 aquarium

English-Dutch dictionary > aquarium
17 bus

n. autobus; (in computers); kanaal, het elektronische communicatiekanaal tussen de verschillende delen van de computer voor het overbrengen van gegevens
--------
v. met de bus gaan, met de bus vervoeren; leerlingen met de bus vervoeren naar een ander schooldistrict om racistische integratie te bewerkstelligen; werken als iemand die tafels schoonmaakt in een restaurant of cafeteria

bus¹

[ bus] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: Amerikaans-Engels ook busses〉

1 (auto)bus

2 〈 informeel〉 bak ⇒ brik, kar

3 〈 informeel〉 kist ⇒ vliegtuig

♦voorbeelden:

1   catch/miss the bus • de bus halen/missen

     〈 figuurlijk〉 miss the bus • de boot missen

     go by bus • de bus nemen

————————

bus²

〈werkwoord; bussed〉

1 met de bus gaan/vervoeren ⇒ de bus nemen, per bus reizen; op de bus zetten; 〈 in het bijzonder, Amerikaans-Engels〉 vervoeren/vervoerd worden per bus naar geïntegreerde scholen 〈 blanke en zwarte kinderen〉

2 〈 Amerikaans-Engels〉 werken als hulpkelner ⇒ tafels afruimen

English-Dutch dictionary > bus
18 can

n. doosje; blikje; gevangenis
--------
v. bewaren
--------
v. kunnen

can¹

[ kæn] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 houder 〈 gewoonlijk van metaal, met handvat〉 ⇒ kroes; kan; kruik; weckpot/fles

2 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 blik ⇒ conservenblikje; filmblik

3 〈Amerikaans-Engels; slang〉 plee

4 〈 slang〉 bak ⇒ bajes, lik

5 〈Amerikaans-Engels; slang〉 kont

♦voorbeelden:

2   can of beer • blikje bier

     in the can • klaar voor vertoning 〈 van film〉

¶ 〈Amerikaans-Engels; slang〉 can of worms • een moeilijke/ingewikkelde kwestie

     〈Brits-Engels; informeel〉 carry/take the can (back) • ergens voor opdraaien

————————

can²

[ kæn] 〈werkwoord; canned〉

1 inblikken ⇒ conserveren, inmaken

2 〈Amerikaans-Engels; slang〉 op straat zetten ⇒ eruit gooien

♦voorbeelden:

¶ 〈Amerikaans-Engels; slang〉 can it! • hou op!

————————

can³

[ kən, 〈 sterk〉 kæn] 〈werkwoord; verleden tijd could〉

1 kunnen ⇒ in staat zijn te

2 kunnen ⇒ zou kunnen

3 mogen ⇒ kunnen, bevoegd zijn te

♦voorbeelden:

1   he can take the strain • hij kan de spanning verdragen

     I can understand that • ik kan dat best begrijpen

2   can this be true? • zou dit waar kunnen zijn?

     she cannot have gone • ze kan toch niet vertrokken zijn

3   only Parliament can decide on this issue • alleen het parlement is bevoegd om over deze kwestie te beslissen

     you can go now • je mag nu gaan

English-Dutch dictionary > can
19 ковш

n
1) gener. kom (гавани), schepper

2) eng. bak (подъёмного механизма)

3) arts. kovsj (gebruiksvoorwerp, meestal van koper; toegepaste kunst), schepbakje

Russisch-Nederlands Universal Dictionary > ковш
20 кузов

n
1) gener. bak (автомобиля), carrosserie (автомобиля), (машины) laadruim

2) auto. laadbak (van vrachtwagen), koetswerk

Russisch-Nederlands Universal Dictionary > кузов

Страницы

См. также в других словарях:

Van Vanak — Infobox actor name = Van Vanak imagesize = caption = Van Vanak in Sovann Pancha birthdate = location = flagicon|Cambodia Cambodia deathdate = deathplace = height = birthname = othername = yearsactive = Late 1960s 1975 spouse = homepage = notable… … Wikipedia
Liste der Biografien/Bad–Bak — Biografien: A B C D E F G H I J K L M N O P Q … Deutsch Wikipedia
Lee Myung-bak — Dans ce nom coréen, le nom de famille, Lee, précède le prénom. Lee Myung bak 이명박 Mandats … Wikipédia en Français
Lars Bak — Lars Ytting Bak Lars Ytting Bak … Wikipédia en Français
Lars Ytting Bak — durant les … Wikipédia en Français
Theo van den Boogaard — Theo van den Boodaard (né à Castricum le 25 mars 1948) est un auteur néerlandais de bande dessinée. Contemporain de Joost Swarte et Willem, c est l un des plus grands noms de la bande dessinée underground de son pays[1]. Il est aujourd… … Wikipédia en Français
Tejay van Garderen — Tejay van Garderen … Wikipédia en Français
SG BAK-SV Eis — Der SC Bewegung XX war ein österreichischer Fußballverein aus der Wiener Brigittenau, kurz auch Wien XX genannt. Der Klub nahm von 1922 bis 1946 insgesamt 22 Saisonen lang fast ununterbrochen an der zweithöchsten österreichischen Spielklasse, der … Deutsch Wikipedia
Sluis Van — Planètes de la Guerre des étoiles Cet article décrit, par ordre alphabétique, les planètes de la saga de la Guerre des étoiles . Sommaire : Haut A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z A … Wikipédia en Français
Bakteriologie — Bak|te|rio|lo|gie 〈f. 19; unz.〉 Wissenschaft von den Bakterien, Erforschung der Bakterien [<Bakterium + grch. logos „Lehre, Kunde“] * * * Bak|te|rio|lo|gie, die; ↑ [ logie]: Lehre von den Bakterien. * * * Bakteriologie … Universal-Lexikon
List of Southern African indigenous trees and woody lianes — This is a list of Southern African trees, shrubs and lianes.[1] Contents 1 Cyatheaceae 2 Zamiaceae 3 Podocarpaceae 4 Cupressaceae … Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на нидерландский

van bak

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на нидерландский

van bak

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: